top of page

Een zware tocht door de wildernis van Malaga

  • 21 jul
  • 7 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 25 jul

De excursie van vandaag beloofde onvergetelijk te worden. Voor de tweede keer deze zomer waagde ik me buiten de vertrouwde provincie Cadiz in het naburige Malaga, op zoek naar nieuw terrein en nieuwe vogelwaarnemingen. Omdat de Andalusische zomers meestal erg intens zijn, koos ik juist deze dag omdat de weersvoorspelling een kleine verlichting beloofde. Vandaag zou het 29°C worden – niet echt verfrissend, maar nog net te doen.


Brug over rivier omgeven door groene bomen en bloemen. Bergen op achtergrond, blauwe lucht.
Puente de las Pepas, de eerste echt interessante plek


Het plan was simpel. Beginnend in de buurt van het treinstation van Cortes de la Frontera, zou ik een wandelroute van ongeveer 13 kilometer afleggen langs mooie plekjes zoals de Puente de los Alemanes, de Cañón de las Buitreras en het idyllische Charco del Moro. Als ik me nog genoeg energie overhad, zou ik via hetzelfde pad terugkeren; zo niet, dan zou ik afbuigen richting station Gaucín en met de trein terugrijden.



Merel met oranje snavel zittend op een tak, omringd door groene bladeren.
EƩn van de vele merels in het eerste deel van de route


De eerste kilometer van het kalme pad zag er veelbelovend uit. Vanuit de bomen klonk overal vogelgezang. Ik hoorde Iberische groene spechten, Iberische tjiftjaffen en boomkruipers, terwijl vinken druk heen en weer fladderden tussen de takken. De omgeving voelde levend en bruisend aan. Al snel bereikte ik Puente de las Pepas, een brug over de rivier de Guadiaro. De omringende bergen, het zachte kabbelen van het water en de rustige sfeer verleidden me om daar wat te blijven hangen. Toen, alsof ik erom had gevraagd, kwam er ineens een groep bijeneters naar beneden om te eten. Ze doken en draaiden boven het water in een soort luchtballet. Naast hen fladderden gele kwikstaarten door het ondiepe water, en tot mijn grote verbazing verscheen er zelfs een witte kwikstaart. Ik had er uren kunnen blijven, maar het pad lonkte.



Vlucht van een felgekleurde vogel met oranje-geel verenkleed tegen een heldere blauwe hemel.
De eerste bijeneter

Een vogel met gele borst en verspreide vleugels vliegt op uit het water, omgeven door groene vegetatie. Waterdruppels spatten omhoog.


Een vogel vliegt laag over water, opspattende druppels in een groene, natuurlijke omgeving.
Deze bijeneter vliegt na een duik recht op mij af

Een bijeneter duikt in bruisend water met omhooggestoken staartveren. Het water spettert.
En daar gaat hij weer voor een nieuwe plons

Vogel met kleurrijke vleugels vliegt uit water, druppels spatten rond.



Vogel op een rotsachtige rivierbedding, omringd door mos en stenen.
Het is een beetje verrassend om midden in de zomer een witte kwikstaart te zien



ree



ree

Terwijl ik geleidelijk aan verder bergop ging, kwam ik cirlgorzen tegen, vervolgens een roodkopklauwier, samen met nog meer vinken. Hoewel de helling steeds steiler werd, had ik er geen last van – tenminste niet in het begin. Maar naarmate de hitte toenam, raakte mijn watervoorraad veel te snel op. Toch gaven de routebordjes me de zekerheid dat ik de goede richting uitging.



Boom in zonnig, dor landschap met schapen in de schaduw.


Vink op rotsachtige grond eet een zaadje. Het verenkleed is oranje, wit en zwart. Achtergrond is beige stenen en zand.
Vink

Houten wegwijzer met afstanden naar Buitreras, Puente Alemanes en El Colmenar, bevestigd aan hekwerk met bomen op de achtergrond.


Een vogel zit op een kale tak onder een heldere blauwe hemel. De vogel heeft een bruin en zwart verenkleed en houdt de snavel open.
Roodkopklauwier

Een vogel zit op een tak tegen een achtergrond van groene bladeren. De vogel heeft bruine en witte veren.
Vink

Een groep geiten rent over een stoffig pad. Verschillende kleuren, van lichtbruin tot zwart. Zonnig weer met opwaaiend stof.
Een kudde geiten loopt me tegemoet

Vanochtend vroeg had ik getwijfeld of ik een lange of een korte broek zou dragen. De langere optie beschermt je tegen doornen, maar je loopt het risico dat je het te warm krijgt. Ik koos voor een korte broek omdat ik het comfortabel wilde hebben. In het begin leek die beslissing helemaal goed. Het pad was vrij van begroeiing, ik had nog geen enkele doorn gezien.


Landelijk pad met droge, gele velden omringd door olijfbomen. Bergen op de achtergrond onder een heldere blauwe hemel.
Het uitzicht achter mij na een paar uur meestal bergop wandelen

Maar hoe verder ik liep, hoe slechter de bewegwijzering werd. De oorspronkelijke markeringen, de gele verfstrepen, waren verdwenen. Alleen hier en daar zag ik nog wat rode en witte tekens van het wandelpad. Er waren niet veel splitsingen, dus ik ging ervan uit dat ik nog steeds goed zat. Even later kwam ik bij een afsluiting rond een jachtgebied, met een bordje dat wandelaars vroeg het hek achter zich te sluiten. Dat deed ik braaf, al werd het pad daarna steeds vager.


A bird perches on a thorny branch with its beak open, set against a blurred leafy background.


Zodra ik het hek door was, veranderde alles.Ā Het pad werd onvoorspelbaar, nergens nog bordjes te bekennen, en overal doornige struiken die het terrein overnamen. Mijn benen moesten eraan geloven. Binnen de kortste keren zaten die onder de schrammen en begon het bloed te stromen. Toch ging ik door, vertrouwend op de gps op mijn telefoon. Achteraf bleek dat ik helemaal van het juiste pad was geraakt. De Guadiaro was nergens in zicht; ik had een totaal andere waterloop gevolgd: het afgelegen stroompje Arroyo del Veranil, dat in deze tijd van het jaar bijna volledig droog ligt. Achteraf hoorde ik dat dit stuk berucht is: slecht onderhouden, overgroeid en met verwarrende paadjes. Dat bleek geen fabeltje.



Droge, rotsachtige helling met groen struikgewas en bomen. Helderblauwe lucht.
Te veel van dit soort situaties: moet ik linksaf of rechtdoor? Waar staan de borden?


Hoe mooi het landschap ook was—ruig en ongerept—het begon op me te wegen.Ā Steeds hetzelfde uitzicht, steeds diezelfde ongenadige, stekelige struiken. Een paar vale gieren cirkelden boven me, maar verder was het stil, te stil. De vogels leken zich al teruggetrokken te hebben voor de hitte. De zon brandde inmiddels fel en ik begon de vermoeidheid stilaan te voelen. Toen ik eindelijk weer water tussen de struiken zag glinsteren, dacht ik even dat ik dichter bij Charco del Moro was aangekomen, maar wat later had ik sterke twijfels.



Pad met droge vegetatie kronkelt door groen berglandschap onder een heldere blauwe lucht.
Vallei met de droge rivier aan de linkerkant


Grote roofvogel zweeft in heldere blauwe lucht. De vleugels wijd uitgespreid.
Vale gier

Een visarend zweeft hoog in de lucht tegen een heldere blauwe hemel.
Ik had niet verwacht hier een visarend te zien

Groene struiken met roze bloemen bedekken een rotsachtige ondergrond.
Van bovenaf kon ik zien dat dit deel van de rivier volledig droog was

Rode en witte plaatjes vormen een kruis op een rotsachtige grond, omgeven door droge planten.
Wat moet dit voorstellen?

Het pad was inmiddels meer een gok dan een route.Ā Ik twijfelde: moest ik die steile helling opklimmen voor overzicht, of juist afdalen naar de droge beekbedding en het water volgen? De rivier leek niet diep, dus ik besloot naar beneden te gaan. Misschien zou het daar koeler zijn. Misschien liep er zelfs een pad. Of niet.



Stenen liggen op een grote rots in een bosrijke omgeving. Er zijn twee metalen plaatjes, ƩƩn rood en ƩƩn grijs.
Een zucht van verlichting: wƩƩr enkele gekleurde strepen. Maar geen gele.



Waarschuwingsbord op rots in bergachtige omgeving.
Een waarschuwingsbord vlak voor de gevaarlijke afdaling

Waarschuwingsbord met pictogrammen: geen vuurtje, kamperen, roken, afval dumpen, hoge hakken.
Geen hoge hakken! Echt?


Rotsachtige kloof met waterstroompje, omgeven door groene struiken onder een heldere blauwe lucht.
Ik heb de rivier bereikt

ree


Voorzichtig waadde ik door het water.Ā Het was helder en koel, een verademing. Bij een smalle, stromende geul vulde ik eindelijk mijn lege fles. Niet de slimste zet misschien, maar de dorst had al lang het roer overgenomen. Af en toe gleed ik bijna uit op glibberige stenen, maar wonder boven wonder bleef m’n camera droog Ć©n heel.



Kleine beek stroomt door rotsen en bloeiende oleanderstruiken met roze bloemen. Helderblauwe lucht op achtergrond.


Toen, onverwachts, kreeg ik gezelschap. Een otter kwam uit de oever tevoorschijn en glipte vlak voor me de beek in. Hij bewoog zich sierlijk voort, ongestoord door mijn aanwezigheid. Het was surrealistisch, een paar minuten lang deelden we de rivier, zij aan zij. De aanwezigheid van deze wilde metgezel leek me even uit mijn ongemak te halen, al was het maar tijdelijk.



Bruine otter speelt in ondiep water, omgeven door rotsen en bladeren.
A magic moment: a friendly otter swimming right beside me


Plots verscheen een waterspreeuw. Hij hupte van steen naar steen, steeds net voor me uit. Af en toe vloog hij een paar meter verder, draaide zich even om alsof hij controleerde of ik volgde, en ging dan weer verder. Het voelde bijna alsof hij me bewust vooruit leidde, weg uit dit verwilderde dal. Ik had hem graag beter gefotografeerd, maar de drang om hier weg te komen was sterker dan mijn geduld.


Mijn toestand verslechterde. Een wond aan mijn knie was dieper geworden en bloedde flink. Toen stond ik ineens aan de rand van een steile afgrond – te gevaarlijk om af te dalen. Er zat niets anders op dan terug te keren, tegen de stroom in, en te proberen de plek te vinden waar ik het water in was gegaan. Maar de oever was overwoekerd, en alles leek anders dan voorheen. Alsof het landschap zich tegen me had gekeerd.



EƩn van de doornen die mijn huid openscheurden
EƩn van de doornen die mijn huid openscheurden

Pimpellmeesje tussen herfstbladeren en roze bloemen op de grond.
Een pimpelmees drinkt water uit de rivier

Ik hield mijn hoofd koel en herinnerde me ƩƩn van de belangrijkste lessen uit al die jaren wandelen: let op herkenningspunten – een opvallende steen, een gebogen tak, een boom met een vreemde vorm. Die flarden van herinnering bleken goud waard. Ze brachten me terug op mijn oude spoor, tot ik me eindelijk weer een weg kon banen naar vastere grond.


Pad met groene heuvels in de achtergrond, zonnige dag, blauwe lucht.

Het idee om het treinstation van GaucĆ­n te halen, voelde nu als een verre droom. Ik kon niet verder, en welke kant ik ook op keek, het was onduidelijk waar ik heen moest. Teruggaan naar het beginpunt, tien kilometer verder, was mijn enige optie. Elke stap schuurde mijn al beschadigde benen nog verder open. Soms ontsnapte er een zachte kreet van ongemak als een doorn mijn scheenbeen raakte.


Wat was er met de gele bordjes gebeurd? Waren ze misschien expres verwijderd? Met zo’n slechte aanduiding was het bijna onmogelijk om hier veilig te lopen. Mijn vertrouwen in het pad maakte plaats voor frustratie. Toch bleef ik lopen, vertrouwend op mijn geheugen, instinct en de pijn die me vooruit dreef.



ree

Langzaamaan werd het pad weer herkenbaarder en eenvoudiger. Maar tegen die tijd had de vermoeidheid de overhand genomen. Ik had uren niet gegeten – het was simpelweg te heet geweest – en mijn vochtbalans was nog lang niet op peil. Elke klim leek zwaarder dan de vorige. De zon brandde fel recht boven me, zonder schaduw of verkoeling. Af en toe stopte ik om uit te rusten, maar elke keer weer op gang komen werd daardoor lastiger.


Er lagen nog vijf kilometer voor me. Normaal gesproken geen probleem, maar op dat moment, onder die felle zon en met mijn zware camera’s, leek het een onoverkomelijke afstand. Mijn benen trilden en mijn rug voelde stijf aan. Op dat moment zag ik een voertuig aan komen gereden over het stoffige pad. Ik wenkte de bestuurder en vroeg of hij me kon helpen. Hij was meteen bereid, en ik stapte met grote opluchting in. Hij bracht me terug naar mijn auto, waar koude drankjes op me lagen te wachten. Ze smaakten als pure verlossing. Het duurde even om bij te komen, maar het ergste was voorbij. Heel erg bedankt, Abel.



Doornachtige struik met dunne takken en groene blaadjes voor een rotsachtige achtergrond.
Het leek alsof mijn schenen door een veld prikkeldraad waren getrokken


Het was niet mijn eerste zware tocht, maar het herinnerde me er wel weer sterk aan: zelfs goed gemarkeerde routes kunnen onverwachts veranderen. Paden groeien dicht, borden verdwijnen, en dan komt het er op aan om kalm te blijven en helder te denken. Neem altijd meer water mee dan je denkt nodig te hebben. Denk na over een plan B. En wees niet te verlegen om terug te keren als dat veiliger is. Avontuur draait niet om onnodige risico's nemen – het gaat erom dat je heelhuids thuiskomt, met een verhaal dat je kunt navertellen.

Opmerkingen


bottom of page