De Vogeltrek langs de Straat van Gibraltar: twee dagen, twee verhalen
- 9 sep
- 9 minuten om te lezen
Elke nazomer wordt Zuid-Cadiz het toneel van ƩƩn van 's werelds grootste vogeltrektochten.Ik trok er een dag op uit en deed een rondje langs een paar van de klassieke uitkijkpunten tussen Tarifa en Algeciras, telkens zoān uurtje per plek. Vier dagen later stond ik er opnieuw, benieuwd hoe het beeld zou veranderen met ander weer.
De beste plekken om de vogeltrek te zien in de Straat van Gibraltar: van Tarifa tot Algeciras
De Straat van Gibraltar barst van de mooie plekken om de vogeltrek te volgen in de herfst en in het voorjaar te volgen. Favorieten zijn onder andere het Cazalla Observatorium, Algarrobo, Punta Camorro, Observatorio TrƔfico, Mirador del Estrecho, Punta Carnero en Playa de los Lances. Ze liggen verspreid tussen Tarifa en Algeciras en hebben elk hun eigen charme, afhankelijk van wind en weer. In dit artikel neem ik je mee langs de route die ik zelf volgde, maar eigenlijk zijn al deze uitkijkpunten een aanrader in het trekseizoen.

Wat ik zag tijdens deze twee uitstapjes was een deel van de late zomer-vroege herfsttrek, wanneer talloze vogels terugkeren naar Afrika om de winter door te brengen in warmere gebieden. De trek door de Straat vindt eigenlijk elk jaar plaats in twee grote bewegingen. In de lente (maart tot mei) komen de vogels uit Afrika naar het noorden, op weg naar hun broedplekken in Europa. In de late zomer en herfst (augustus tot oktober) maken ze de omgekeerde reis: na het broedseizoen trekken ze weer richting Afrika, waar de omstandigheden milder zijn en er meer voedsel te vinden is. Sommige soorten houden het bij het noorden van de Sahara ā zoals witte ooievaars, zwarte wouwen en slangenarenden ā terwijl andere pas stoppen veel verder naar het zuiden, voorbij de Sahara, zoals wespendieven, dwergarenden en boerenzwaluwen.

De Straat van Gibraltar is ƩƩn van de belangrijkste trekpunten ter wereld: hier vinden vogels de kortste route van Europa naar Afrika. Omdat veel soorten liever geen lange stukken boven open zee vliegen, kiezen ze massaal voor Zuid-Spanje, waar de afstand maar zoān 14 kilometer is. Deze natuurlijke corridor concentreert enorme aantallen roofvogels, ooievaars en kleinere trekvogels in een relatief klein gebied, waardoor de Straat een uitzonderlijke plek is om migratie in actie te zien.

Veertien kilometer open water klinkt misschien niet veel ā zeker niet voor grote vogels met sterke vleugels. Toch ligt het anders. Roofvogels en ooievaars zijn sterk afhankelijk van thermiek: warme luchtstromen die hen omhoog tillen en waarmee ze bijna moeiteloos grote afstanden zweven. Boven zee ontbreekt die thermiek, dus zodra ze de kust verlaten, zijn ze genoodzaakt gedurende de hele route te blijven klapperen met de vleugels. Dat kost veel meer energie. Daarom kiezen ze massaal voor de Straat, waar de afstand het kortst is. Voor zwevende vogels maakt dat verschil alles uit ā en precies dat verklaart waarom hier zulke indrukwekkende aantallen samenkomen, in plaats van een langere maar ogenschijnlijk haalbare route te nemen.


Achteraf gezien koos ik niet het beste moment om de grootste aantallen te zien, maar juist daardoor werd mooi duidelijk hoe sterk de omstandigheden de trek beĆÆnvloeden. Na een paar dagen Levante verzamelen de vogels zich landinwaarts, om vervolgens massaal over te vliegen zodra de wind gaat liggen. Precies dat gebeurde in het weekend tussen mijn twee bezoekjes, toen er duizenden wespendieven en andere roofvogels werden geteld. Ik zag de vogeltrek niet op zān heftigst, maar juist tijdens de kalmere tussenpozen.
De twee dominante winden hier staan āālokaal bekend als Levante en Poniente. Levante (vanuit het oosten) waait vanuit de Middellandse Zee, terwijl Poniente (vanuit het westen) uit de Atlantische Oceaan komt. Deze namen gaan eeuwen terug en betekenen letterlijk "oost" en "west" in het Spaans. Levante is vaak sterk en vochtig, waardoor de Straat met nevel wordt gevuld, terwijl Poniente meestal frisser en droger is. Beide winden bepalen de migratie: op Levante-dagen blijven de vogels vaak landinwaarts, bij Poniente zie je ze juist laag langs de kust passeren.

Alle plekken die ik bezocht, liggen langs de N-340, de hoofdweg tussen Tarifa en Algeciras. Het is een veilige maar drukke route, en er geldt vaak een doorlopende witte streep. Dat betekent dat je niet zomaar kunt keren: soms moet je kilometers doorrijden tot de volgende rotonde. Hoe verleidelijk het ook is, een bocht van 180 graden maken op deze weg is echt gevaarlijk ā ook voor ervaren chauffeurs.

De stops op mijn route waren:
Playa de los Lances
Punta Camorro
Observatorio TrƔfico
Mirador del Estrecho
Punta Carnero
Punta Secreta
Cazalla Observatorium
Playa de los Lances (donderdag)
Iets na acht uur ās ochtends kwam ik aan bij mijn eerste stop. Het licht was zacht, de temperatuur prettig en er stond nauwelijks wind. Het houten pad naar de kijkhut is zeer slecht onderhouden, dus je loopt er makkelijker naast, maar de toegang is verder simpel en bij de ingang is genoeg parkeerruimte. Op het strand zelf was het nog rustig: wat drieteenstrandlopers, bontbekplevieren en bonte strandlopers. Het hoogtepunt was een groep van acht grote flamingo's, ƩƩn volwassen exemplaar en zeven jonge vogels, die rustig foerageerden in het ondiepe water tussen de hut en de zee. Ze lieten zich niet afleiden door de wandelaars langs het strand. Rond de hut waren gierzwaluwen en boerenzwaluwen actief, maar roofvogels lieten zich op dat moment nog niet zien.








Playa de los Lances:
Toegang:Ā eenvoudig, maar het houten wandelpad is beschadigd
Parking:Ā volop bij de ingang
Schaduw:Ā in de houten kijkhut
Punta Camorro (vergelijking donderdag ā maandag)
Op donderdag waren de uitzichten bij Punta Camorro echt adembenemend. Vaak hangt er mist in de Straat, wanneer warme, vochtige zeelucht botst met koelere luchtlagen en de horizon in een waas verdwijnt. Vaak hult mist de Straat in een sluier, wanneer warme zeelucht zich mengt met koelere luchtlagen, en dan is Afrika amper te zien ā zelfs als Tarifa zelf zonovergoten is. Maar die ochtend had ik geluk: Tarifa, de Straat Ć©n de Afrikaanse kust lagen er haarscherp bij.
Er staat een betonnen schuilhut die schaduw en beschutting biedt, maar vanonder dat dak zie je eigenlijk te weinig ā je kunt makkelijk vogels missen. In de praktijk gebruikt bijna niemand hem; veel beter is het om gewoon bij de andere vogelaars in de open lucht te gaan staan. Parkeren kan makkelijk en vlakbij. De enige roofvogel die ik die dag zag, was een bruine kiekendief.



Vier dagen later merkte ik meteen het verschil. Het was koeler, bewolkter en winderiger. Vanaf mijn aankomst was er een constante stroom vogels: veel dwergarenden, samen met wespendieven en zwarte wouwen. Groepen bijeneters trokken luidruchtig naar het zuiden en ook kleinere aantallen boerenzwaluwen zetten hun reis verder. Afrika was door de nevel nauwelijks te zien, maar de lucht zat vol leven.

Punta Camorro:
Toegang:Ā gemakkelijk
Parking:Ā veel plaats
Schaduw:Ā onder de betonnen kijkhut
Uitkijkpost TrĆ”fico (vergelijking donderdag ā maandag)
Een paar minuten voorbij het reddingsstation ligt uitkijkpost TrĆ”fico. Het pad ernaartoe is onverhard en in slechte staat, maar je kunt in principe helemaal doorrijden en parkeren ā al kan dat op drukke dagen lastig zijn. De plek waar de vogelaars samenkomen ligt maar een minuutje lopen verderop, boven op een heuveltje. Wil je je auto liever sparen, dan kun je hem ook bij het oude kanon achterlaten en het laatste stuk te voet doen.



Op donderdag was het rustig, met weinig beweging. Toch had ik geluk: ik zag een vrouwtjeshavik die zich klaarmaakte om de Straat over te steken. Maandag was het verschil enorm. Roofvogels trokken onafgebroken voorbij, veel van hen laag door de vallei, zodat je ze van dichtbij kon zien en fotograferen. De meeste waren dwergarenden, maar er zaten ook slangenarenden, zwarte wouwen, wespendieven en opvallend veel aasgieren bij, waaronder ook jonge vogels. Even later verscheen er een grote groep ooievaars, gevolgd door een kleinere groep van elf zwarte ooievaars die de Straat overstak.






Uitkijkpunt TrƔfico:
Toegang:Ā onverhard pad, berijdbaar maar hobbelig; je kan ook bij het kanon parkeren
Parking:Ā bovenaan is weinig plaats op drukke dagen
Schaduw:Ā geen
Mirador del Estrecho (vergelijking donderdag ā maandag)
Op donderdag bereikte ik tegen de middag Mirador del Estrecho. Dit is een populaire stop, niet alleen voor vogelaars maar ook voor toeristen, omdat je er geweldige uitzichten op Afrika hebt, makkelijk kunt parkeren en op het terras van het restaurant in de schaduw kunt zitten. Vaak hangt er een mist over de Straat, wanneer vochtige zeelucht botst met koelere luchtlagen, soms nog versterkt door Saharastof bij oostenwind. Daardoor zijn de bergen van Marokko meestal maar vaag te zien. Maar die donderdag was het uitzonderlijk helder en reikte het uitzicht helemaal tot aan de overkant.



Maandag zag deze plek er totaal anders uit. Vale gieren en dwergarenden trokken gestaag over en verdwenen in de nevel boven de Straat, terwijl de meeste toeristen rond mij vooral naar het uitzicht op Afrika keken. De vogeltrek was duidelijk en ononderbroken ā een scherp contrast met de lege lucht vier dagen eerder.

Mirador del Estrecho:
Toegang:Ā zeer makkelijk
Parking:Ā voldoende, maar kan erg druk zijn tijdens weekends
Schaduw:Ā op het terras van het restaurant
Punta Carnero en Punta Secreta (donderdag)
Daarna reed ik verder naar Punta Carnero, in Algeciras, op zoān twintig minuten van Mirador del Estrecho. Deze plek is vooral interessant op Poniente-dagen, maar ook zonder veel trek loont een stop hier de moeite. De vuurtoren, het uitzicht op Gibraltar en Afrika en de ruige kustlijn zorgen samen voor een spectaculair decor. Ik reed nog iets door naar Punta Secreta, waar je weer een ander, even indrukwekkend uitzicht over de Straat hebt. Vogels waren er weinig ā een kleine meeuwenkolonie, wat sternen en aalscholvers ā maar het landschap onder de diepblauwe hemel maakte dit uitstapje onvergetelijk.









Punta Carnero en Punta Secreta:
Toegang:Ā gemakkelijk
Parking:Ā zeer beperkt bij Punta Carnero; veel plaats bij Punta Secreta
Schaduw:Ā geen
Cazalla Observatorium (vergelijking donderdag ā maandag)
Ik sloot mijn route op donderdag af bij het Cazalla Observatorium. Hier zag ik eindelijk wat roofvogels, al waren het er niet veel: een paar vale gieren, zwarte wouwen, slangenarenden en af en toe een bruine kiekendief. Parkeren gaat meestal makkelijk, al kan het in het weekend druk worden. Er is een open uitkijkpost met een dak dat wat schaduw biedt, en een bezoekerscentrum met toilet. Ondanks de waarnemingen stond deze donderdag vooral in het teken van mooi weer en prachtige uitzichten.


Ook toen ik maandagmiddag terugkwam, was de activiteit hier weer afgenomen. Er kwamen slechts een paar dwergarenden en zwarte wouwen voorbij, niets vergeleken met de grote bewegingen die er in het weekend hadden plaatsgevonden.

Wat is de beste tijd om de vogeltrek in de Straat van Gibraltar te zien?
Een veelgestelde vraag van bezoekers is wanneer ze precies naar de Straat moeten komen om de grootste kans te hebben bepaalde soorten te zien. Het antwoord hangt af van de vogel. WespendievenĀ bereiken hun piek in september, witte ooievaarsĀ trekken meestal eerder door in augustus, terwijl dwergarendenĀ en aasgierenĀ vaak nog tot ver in oktober te zien zijn. Om deze patronen te laten zien, zijn de volgende grafieken gebaseerd op de laatste tien jaar aan eBird-gegevens van de observatiepost Cazalla, het best gedocumenteerde trekpunt in de regio. Ze tonen het percentage waarnemingslijsten waarin elke soort is genoteerd, week na week van begin augustus tot eind oktober, en geven zo een duidelijk beeld van wanneer elke soort het meest waarschijnlijk te zien is.



Cazalla Observatorium:
Toegang:Ā gemakkelijk
Parking:Ā voldoende, maar druk in het weekend
Schaduw:Ā onder het afdak en in het bezoekerscentrum
Terugblik
Deze twee uitstapjes, zo dicht bij elkaar in tijd en plaats, lieten me het echte karakter van de vogeltrek in de Straat van Gibraltar zien. De ene dag waren de omstandigheden perfect voor uitzicht en landschap, maar bleef de trek minimaal. Slechts een paar dagen later, met een draaiende Levante, zaten de vogels plots overal. De les is simpel: laat je niet ontmoedigen door een stille dag, want je volgende bezoek kan totaal anders zijn. Juist die onvoorspelbaarheid maakt de Straat zo bijzonder ā en is de reden dat vogelaars steeds weer terugkomen.

Opmerkingen